Regelmatig duiken er voorbeelden op in de media van projecten die vertraging oplopen of worden stilgelegd, omdat er beschermde soorten zijn aangetroffen op de locatie. Grondeigenaren en projectontwikkelaars willen om die reden liever geen beschermde flora en fauna op hun braakliggende terreinen. Met de Green Deal Tijdelijke Natuur is ervoor gezorgd dat beschermde soorten die zich nieuw vestigen op een bouwlocatie, probleemloos verwijderd mogen worden als het project van start gaat. Het weren van natuur op terreinen is dus niet meer nodig. Dat is goed nieuws voor de natuur en de plannenmakers!
Pionier-stadia nodig voor evenwichtig ecosysteem
Bepaalde dier- en plantensoorten hebben een voorliefde voor (opgespoten) bouwterreinen, zanddepots en andere braakliggende gebieden die door de mens overhoop zijn gehaald (Reker, 2006[1]), zoals oeverzwaluwen, rugstreeppadden, zandhagedissen en orchideeën. Het zijn zogenaamde pionierssoorten die profiteren van menselijk ingrijpen in de natuur. Een ecosysteem heeft een hoge soortenrijkdom wanneer de verschillende successiestadia (van pionier naar climax) naast elkaar voorkomen en er voldoende dynamiek is (Bakker, 2012[2]). Het huidige natuurbeheer in Nederland richt zich sterk op het behoud van bestaande natuur. De natuur krijgt daardoor weinig kans om de diverse stadia van successie te doorlopen, vooral de climax-stadia blijven over. Pionier-stadia zijn inmiddels een zeldzaamheid geworden in Nederland en treffen we vooral nog aan in industriële gebieden (Green Deal Tijdelijke Natuur, 2015[3]). Terwijl deze vroege successiestadia voor sommige Rode lijst-soorten van essentieel belang zijn. Ook gelet op de internationale verplichtingen en doelen zijn alle stadia in de successie in een biotoop van belang (Bakker, 2012).
Tijdelijke Natuur winst voor grondeigenaren en projectontwikkelaars
In het verleden werd natuur vaak verwijderd of geweerd op braakliggende terreinen om vertraging of het zelfs stilleggen van bouwprojecten te voorkomen. Het in de Green Deal ontwikkelde concept ‘Tijdelijke Natuur’ maakt het mogelijk dat natuur wordt verwijderd zonder dat juridische consequenties volgen. Grondeigenaren en plannenmakers kunnen voortaan natuur op de bouwlocaties laten ontwikkelen, zonder het risico later geconfronteerd te worden met nader onderzoek en compensatiemaatregelen bij de aanvang van een project. Voor soorten die zich na de nulmeting mogelijk vestigen op het terrein geldt geen mitigatie- of compensatieplicht. Wel moet worden aangegeven hoe er in de realisatiefase wordt omgegaan met deze soorten. Dit is nodig vanwege de in de Flora- en faunawet opgenomen zorgplicht. “Het verwijderen van natuur is toegestaan om de ontwikkeling van natuur mogelijk te maken. Dat is de paradox van Tijdelijke Natuur’’ (uit: Green Deal Tijdelijke Natuur, 2015). Voor meer inhoudelijke informatie over Tijdelijke Natuur: Gemeente Nieuwegein; Aanpak Ontheffing Tijdelijke Natuur, Magazine Natuur in de Gemeente.
Tijdelijke Natuur permanente winst voor natuur
Tijdelijke Natuur draagt enorm bij aan de kwaliteit van de Nederlandse natuur, stelt Hank Bartelink, directeur van LandschappenNL (voorheen De12Landschappen en Landschapsbeheer Nederland). “Tijdelijke Natuur geeft pionier-soorten de ruimte om op braakliggende terreinen te floreren. Met het doorlopen van de successie-cyclus verdwijnen de pionier-soorten op een gegeven moment weer uit een gebied, op zoek naar andere pionier-terreinen. Planten en dieren wisselen vaak in ruimte en tijd, dat geldt ook voor Tijdelijke Natuur”. Tijdelijke Natuur levert een permanente winst voor de natuur, omdat populaties van pionierssoorten of zeldzame soorten zich op de tijdelijk ingerichte natuurterreinen kunnen voortplanten en van daaruit weer nieuwe natuurgebieden kunnen bezetten. Moet een tijdelijk natuurterrein plaatsmaken voor bebouwing, dan komt een andere plek wel weer braak te liggen. Er is zo sprake van een uitstralingseffect dat waarneembaar is tot ver buiten de grenzen van het tijdelijke natuurterrein zelf.
Tijdelijke Natuur in conflict met Natuurbeschermingswet 1998?
Tijdelijke natuur is winst voor natuur en maatschappij. Maar wat gebeurt er als beschermde soorten uit een nabijgelegen Natura2000-gebied (Natuurbeschermingswet 1998) zich gaan vestigen op een terrein dat is ingericht voor Tijdelijke Natuur? Mag je deze beschermde soorten verwijderen met de ontheffing Tijdelijke Natuur, of is er ook een vergunning Natuurbeschermingswet nodig? Een voorbeeld. Het havengebied van Green Deal-partner Groningen Seaports ligt dichtbij het Natura2000-gebied Waddenzee en heeft zich in dit vraagstuk verdiept. Vanuit ecologisch oogpunt is vastgesteld dat de ontwikkeling van Tijdelijke Natuur en het weer opruimen geen significante negatieve effecten kan hebben op flora, fauna en natuurgebieden. Compensatie onder de Natuurbeschermingswet 1998 is daarmee niet aan de orde. Als tijdelijke natuur nodig is om de doelstellingen van het natura2000 in te kunnen vullen, dan zegt dat iets over het natura2000 gebied. De Green Deal partners zijn het er over eens dat dit in geen geval de consequentie mag hebben dat de initiatiefnemer van tijdelijke natuur hierop afgerekend wordt.
Groepsontheffing Tijdelijke Natuur
Groningen Seaports ontdekte al snel de mogelijkheden om zich als bedrijf in te zetten voor biodiversiteit. Groningen Seaports heeft voor haar beheersgebied in kaart gebracht welke beschermde natuurwaarden aanwezig waren. Vervolgens zijn de bedrijven uitgenodigd om te participeren in de aanvraag voor een tijdelijke natuurontheffing. Samen met het Rotterdamse en Amsterdamse havenbedrijf is gekeken hoe je met meerdere partijen tegelijk een ontheffing kunt aanvragen. Groningen Seaports heeft de ontheffing aangevraagd en de verplichtingen uit de ontheffing aan vier bedrijven middels een privaatrechtelijk overeenkomst gedelegeerd.
Groningen Seaports en de Stichting Het Groninger Landschap werken samen bij het beheren van het tijdelijke natuurterrein in Delfzijl. Vanuit de natuurorganisatie worden rondleidingen georganiseerd in het industrieterrein en zij adviseren over het beheer van het terrein. Een mooie samenwerking die bijdraagt aan het vergroten van de biodiversiteit in het havengebied.
Gedragscode Tijdelijke Natuur en de nieuwe Wet natuurbescherming
Binnenkort gaat de nieuwe wet Natuurbescherming in werking. Dat betekent dat een groot deel van de verantwoordelijkheid voor het natuurbehoud van het Rijk naar de provincies gaat. De partners van de Green Deal streven naar een eenduidige toepassing van het concept Tijdelijke Natuur bij de provincies. Een manier om tot een eenduidige en eenvoudige procedure te komen is de ontwikkeling van een gedragscode Tijdelijke Natuur voor heel Nederland. Het idee is dat een grondeigenaar die toezegt volgens een goedgekeurde gedragscode te werken, geen ontheffing Tijdelijke Natuur meer hoeft aan te vragen. De huidige Flora- en faunawet biedt geen mogelijkheid om te werken met een gedragscode voor Tijdelijke Natuur. Maar het ontwerp van de Wet natuurbescherming die nu bij de Eerst Kamer ligt maakt dit wél mogelijk. De Green Deal-partners hebben dan ook, vooruitlopend op de goedkeuring van de Wet natuurbescherming, besloten om zo’n gedragscode op te stellen. Zodra de Wet natuurbescherming inwerking treedt kan men gebruik maken van deze gedragscode. Stichting Tijdelijke Natuur is eigenaar van deze gedragscode. Te zijner tijd vindt u informatie over deze gedragscode op de website van Stichting Tijdelijke Natuur.
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel, neem dan contact op met Hank Bartelink van LandschappenNL, via H.Bartelink@landschappen.nl of met Bart van der Kolk van Groningen Seaports, via B.vanderKolk@groningen-seaports.com.
[1] Reker, J., Helmer, W., Braakhekke, W. & Linnartz, L., 2006. Tijdelijke Natuur, permanente winst. In opdracht van en samenwerking met InnovatieNetwerk door Stroming bv en ARK.
[2] Bakker, Jan Pouwel. Effectiviteit van natuurbeheer. Rijksuniversiteit Groningen, Centre for Ecological and Evolutionary Studies, 2012.
[3] Green Deal Tijdelijke Natuur. Gedurfde, innovatieve samenwerking met structurele resultaten. Bureau Stroming en InnovatieNetwerk in samenwerking met alle Green Deal-partners, 2015.