Rubriek; Gemeenten geven kennis over natuurwetgeving door – Gemeente Tilburg

201412-thumb-gemeente-tilburgSinds de invoering van de Flora- en faunawet worstelt het werkveld met een juiste uitvoering van deze wet en andere natuurregelgeving. Met de nieuwe Natuurwet in zicht, waarin de Flora- en faunawet wordt opgenomen, krijgen gemeenten straks te maken met veranderingen die opnieuw onduidelijkheden met zich zullen meebrengen. Daarnaast zijn er tussen gemeenten grote verschillen in het natuurbeleid dat wordt gevoerd en de expertise waarover zij beschikken op natuurvlak.

Nadat Paul Minken van de gemeente Utrechtse Heuvelrug met ideeën voor kennisuitwisseling kwam werd in samenwerking met het Platform deze rubriek ontwikkeld. De rubriek biedt lezers de gelegenheid een kijkje achter de schermen te nemen bij gemeenten door het hele land. Zo kunnen zij kennis opdoen over natuurwet- en natuurregelgeving zoals deze wordt toegepast bij andere gemeenten. In elk nummer van het magazine wordt door een gemeente een vaste set vragen beantwoord over hoe deze gemeente omgaat met natuurwet- en natuurregelgeving. Vervolgens geeft deze gemeente het stokje door aan een andere gemeente. Deze keer is de gemeente Tilburg aan de beurt. Mischa Cillessen licht toe hoe gemeente Tilburg natuurbeleid en natuurbeheer toepast. Hij is werkzaam binnen de afdeling Ruimte als Stadsecoloog.

Algemeen

Kunt u kort toelichten welk natuurbeleid binnen uw gemeente wordt gehanteerd voor de implementatie van de huidige natuurregelgeving?
Voor de verleners van de omgevingsvergunningen hebben wij in 2013 een Natuurtoetskader geschreven. Deze lijkt op de effectenindicator, maar is geschreven voor de Tilburgse situatie. Het is een soort stoplichtenmodel, waarbij wordt aangegeven wanneer de ecoloog wel of niet geraadpleegd moet worden. Voor de praktische toepassing hebben verschillende medewerkers een certificaat voor Flora- en faunawetgeving van beheer niveau 1 tot RO niveau 4. Verder is een leidraad door het college vastgesteld hoe te werken met de gedragscodes Bestendig beheer en Ruimtelijke ontwikkeling.

Waar haalt u de kennis over flora en fauna in uw gemeente vandaan, zowel intern als extern?
De ecoloog is goed op de hoogte van de groene wetten. Als er specifieke vragen of problemen zijn wordt een extern bureau ingeschakeld om op dit vraagstuk een antwoord te geven. Externe bureaus worden gekozen afhankelijk van de type vraag. Verder wordt er gebruik gemaakt van de NDFF als databank. Hier zetten wij ook onze eigen gegevens in om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen.

Vindt er veel wisselwerking plaats tussen de afdeling die over de natuurwetgeving gaat en andere afdelingen binnen uw gemeente die hiermee ook van doen hebben?
Iedere week is er groenoverleg waar de ecoloog, de landschapsarchitecten, projectvoorbereiders en groenadviseurs bij elkaar zitten om projecten door te nemen. Verder wordt er bij ieder bestemmingsplan een natuurparagraaf geschreven waarbij tevens wordt beoordeeld of er een onderzoek naar flora en fauna nodig is. Verder krijgen we veel vragen van projectleiders die werken aan de openbare ruimte of ontwikkelprojecten.

Problemen en oplossingen

Kunt u een vraag of probleem noemen waar u in uw werk geregeld tegenaan loopt en waarvoor u zelf geen oplossing heeft?
Dat het slopen van gebouwen niet vergunningsplichtig is maakt het lastig om te weten of er in deze gebouwen bijzondere waarde zit betreffende flora en fauna. Zeker in de stad kunnen deze gebouwen waardevol zijn voor gebouw bewonende soorten (vleermuizen, gierzwaluw en huismus).

Kunt u kort een voorbeeld beschrijven van een door uw gemeente succesvol uitgevoerd project rond toepassen van de bestaande natuurregelgeving?
Vanwege de veiligheid van scholieren dient een fietspad die door het bos loopt verlicht te worden. Door de beheerder openbare verlichting is hier vanwege het veiligheidsaspect gekozen voor wit licht. De bomen langs deze weg worden echter veelvuldig gebruikt door verschillende soorten vleermuizen, waarvoor het witte licht verstorend werkt. Sommige soorten gebruiken de bomen als foerageergebied, terwijl andere soorten het als vliegroute gebruiken. Om hier zorgvuldig mee om te gaan is er gekozen om een armatuur te laten maken waar witte en amberkleurige led verlichting in komt die apart geschakeld kan worden. In de periode dat de weg niet gebruikt wordt door vleermuizen, schijnt het witte licht (winter). Als beide doelgroepen gebruik maken van de weg dan wordt als compromis gekozen om het amberkleurig licht te laten schijnen om overtreding van de flora- en faunawet te voorkomen.

Kunt u een voorbeeld noemen van een kansrijke oplossing voor een probleem rond de uitvoering van natuurwetgeving die nu nog niet wordt benut? Voorbeeld: in de praktijk blijkt dat de dwergvleermuis overal zit en het goed doet. Hoe zouden we beter met deze soort om kunnen gaan?
Een goed voorbeeld is de gebiedsgerichte aanpak natuur.
In 2013 is de oude stad van Tilburg met de aangrenzende wijken geïnventariseerd op gebouw bewonende vleermuizen, gierzwaluw en huismus. Als vervolg hierop heeft een extern bureau opdracht gekregen om een soortenmanagementplan te schrijven over hoe om te gaan met bovengenoemde soorten. Het doel is om zoveel mogelijk kansen te benutten voor vleermuis, huismus en gierzwaluw en calamiteiten bij ingrepen te voorkomen; Hierdoor worden de soorten op populatieniveau minder kwetsbaar, zodat ze lokale negatieve effecten als gevolg van onderhoudswerk, renovatie en herinrichting op kunnen vangen zonder dat de gunstige staat van instandhouding in het geding is.
In de praktijk betekent dit dat de gemeente Tilburg een ontheffing aanvraagt (voor 10 jaar) bij het ministerie en dat initiatiefnemers gebruik kunnen maken van onze ontheffing. Dit scheelt onderzoek (heeft de gemeente al gedaan); en daarmee geld en vooral tijd. De tegenprestatie is dat de initiatiefnemer voor de aanvang van de werkzaamheden een check uitvoert om te controleren of er geen gebouw bewonende soorten aanwezig zijn. Tevens moet in de nieuwbouw voorzieningen worden getroffen voor deze soorten. Via monitoring kijken we naar de effectiviteit van de genomen maatregelen, waarbij we waar nodig kunnen bijsturen. Wij verwachten dat we hierbij de soorten maar ook de initiatiefnemers helpen.

Uitwisseling

Met wie zou u als gemeente (u als beleidsadviseur) wel eens een wandeling willen maken om het te hebben over de Flora- en faunawetgeving?
Ik zou graag eens willen wandelen met Sharon Dijksma (Staatssecretaris van Economische Zaken). Vooral om te bespreken hoe de flora en fauna een juiste plek kan krijgen (houden) in gemeenten en of de Flora- en faunawet het juiste middel is om de planten en dieren te beschermen. Er zijn zoveel meer soorten in Nederland dan alleen de beschermde soorten.

Aan welke gemeente geeft u deze vragen door?
Ik geef de pen door aan Gitty Korsuize, ecoloog van de gemeente Utrecht. Zij heeft altijd leuke ideeën en oplossingen hoe met de groene wetten om te gaan en om de flora en fauna op een praktische manier een plek te bieden in de gemeente.

Laat een reactie achter