Verontrusten of verstoren – What’s in a name?
Door: Martin van den Hoorn, adviseur ecologie bij Regelink Ecologie & Landschap
In de natuurwetgeving komen de woorden verontrusten en verstoren of afgeleiden daarvan voor. Wat is nu het verschil en wat is er wel en niet verboden?
Verontrusten en verstoren in de Nederlandse wetgeving
De Flora- en faunawet kent zowel de term verontrusten als de term verstoren. In artikel 10 staat: ”Het is verboden beschermde dieren opzettelijk te verontrusten” en in artikel 11: “Het is verboden nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde dieren te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren.” Het verschil is dat de term verontrusten (artikel 10) betrekking heeft op levende dieren en de term verstoren (artikel 11) op nesten, holen of andere voortplantingsplaatsen en vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren.
De Natuurbeschermingswet 1998 spreekt in artikel 3, 19, 21 en 67 van verstorende effecten of verstorende factoren en plaatst deze altijd in het licht van significante effecten op soorten waarvoor een gebied dat onder de natuurbeschermingswet valt is aangewezen.
Een voorbeeld
Als fictief voorbeeld nemen we het in september in gebruik nemen van een nieuw evenemententerrein in de buurt van een Natura 2000-gebied, met de volgende gevolgen:
- Tijdens evenementen in de winter worden telkens groepen foeragerende ganzen opgeschrikt.
- In het broedseizoen broeden minder vogels dan voorheen rond het evenemententerrein.
- Tijdens een vuurwerkshow op het evenemententerrein op 5 mei verlaten twee merels definitief hun nest.
- De ooievaar die ieder jaar vlak bij de parkeerplaats van het terrein broedde, is sinds de ingebruikname van het terrein verdwenen.
Opgeschrikte ganzen
Op het eerste oog zou gesteld kunnen worden dat ’s winters door de evenementen telkens ganzen worden verstoord. Omdat het om levende dieren gaat en niet om een vaste rust- en verblijfplaats (ganzen kunnen in elk weiland foerageren) is alleen artikel 10 van de Flora- en faunawet van toepassing. In artikel 10 staat dat het verboden is beschermde dieren opzettelijk te verontrusten. Vanwege het woordje opzettelijk kijkt de wetgever hierbij naar het doel van de activiteit. Het doel van de activiteiten is vrijwel nooit het verontrusten van dieren. In het fictieve geval is het doel bijvoorbeeld het houden van een concert, een verzamelbeurs of een openluchtkerkdienst. Een overtreding van artikel 10 is dan ook niet aan de orde.
Maar: wanneer door de exploitatie van het evenemententerrein structureel minder ganzen in het nabijgelegen Natura 2000-gebied foerageren en dit gebied is aangewezen om bepaalde aantallen van deze foeragerende ganzen te herbergen, dan kan de exploitatie van het evenemententerrein wel een significante verstoring in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 inhouden.
Minder broedende vogels
Wanneer door de exploitatie minder vogels ervoor kiezen om rond het evenemententerrein te gaan broeden is dit geen overtreding van de Flora- en faunawet. Van de meeste vogels is het nest alleen beschermd wanneer dit in gebruik is. Wanneer het nest niet in gebruik is en een vogel ervoor kiest om verder van het terrein te gaan broeden is dit geen overtreding van artikel 11.
Wanneer door de exploitatie van het evenemententerrein van een bepaalde vogelsoort minder in het nabijgelegen Natura 2000-gebied broeden en dit gebied is aangewezen om bepaalde aantallen broedparen van deze vogelsoort te herbergen kan de exploitatie van het evenemententerrein wel een significante verstoring in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 inhouden.
Merels verlaten hun nest
Wanneer door de vuurwerkshow vogels worden vestoord en hun nest definitief verlaten is er sprake van een overtreding van artikel 11. De vaste rust- en verblijfplaatsen van de merels verliezen namelijk hun functie. Wanneer jongen achterblijven en doodgaan is er mogelijk ook nog sprake van een overtreding van artikel 9 van de Flora- en faunawet (het doden van dieren).
De ooievaar komt niet meer terug
Anders dan de meeste vogels heeft de ooievaar een jaarrond beschermd nest. Wanneer door de exploitatie van het evenemententerrein een vogel met een jaarrond beschermd nest zo wordt gestoord dat deze zijn of haar nest definitief niet meer wil gebruiken is dit ook een overtreding van artikel 11.
Verstoren in bredere zin
Bevoegd Gezag voor de Flora- en faunawet trekt het begrip verstoren (artikel 11) vaak in een breder kader. Wanneer door een ingreep een vaste rust- of verblijfplaats wordt aangetast kan door het nemen van gerichte maatregelen de functionaliteit van een plangebied voor een soort toch behouden blijven. Omdat de functionaliteit behouden blijft wordt de ingreep niet meer gezien als het van beschadigen, vernielen, uithalen of wegnemen van de vaste rust- of verblijfplaats. De soort moet zich wel aan de nieuwe situatie aanpassen. Dit wordt gezien als verstoren.
Een voorbeeld betreft de aanwezigheid van een zomerverblijfplaats van twee gewone dwergvleermuizen achter een boeiboord van een te slopen gebouw. Door het tijdig ophangen van voldoende en geschikte vleermuiskasten kunnen de dieren na sloop nog steeds van het plangebied gebruik maken. De functionaliteit van het plangebied is behouden gebleven en in de ogen van Bevoegd Gezag is er geen sprake van beschadigen, vernielen, uithalen of wegnemen van een vaste rust- of verblijfplaats. De dieren zullen wel moeten verhuizen van de school naar de vleermuiskasten. Deze gedwongen aanpassing wordt beschouwd als verstoren.
Omdat het verstoren van vaste rust- en verblijfplaatsen niet in de Habitatrichtlijn wordt genoemd geeft deze wijze van redeneren bij kleine ingrepen meer ruimte voor het verlenen van een ontheffing.
Verstoring altijd een overtreding?
Wanneer een kortdurende tijdelijke verstoring niet leidt tot het (definitief) in onbruik raken van een vaste rust- of verblijfplaats of tot een significante aantasting van de kwaliteit van een door de Natuurbeschermingswet 1998 beschermd gebied hoeft er geen sprake te zijn van een overtreding van de natuurwetgeving. Zie:
http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken-in-uitspraken/tekst-uitspraak.html?id=76533&summary_only=&q=201202429%2F1%2FA3
http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHARN:2012:BW7281
Samenvattend
- In de Flora- en faunawet slaat de term verontrusten op levende dieren en de term verstoren op vaste rust- en verblijfplaatsen.
- In de Natuurbeschermingswet 1998 heeft verstoren altijd een relatie met het significant aantasten van de kwaliteit van een gebied.
- Vrijwel geen enkele activiteit heeft tot doel het verontrusten van dieren. Artikel 10 is dan ook vrijwel nooit aan de orde.
- Verstoren is aan de orde als een vaste rust- of verblijfplaats door deze verstoring zijn functie verliest.
- Bevoegd Gezag voor de Flora- en faunawet beschouwt een ingreep waarbij de functionaliteit van een plangebied behouden blijft maar waarbij een soort zich wel moet aanpassen aan een nieuwe situatie ook als verstoren.
- Kort durende verstoringen zonder negatief eindeffect zijn niet altijd een overtreding van de natuurwetgeving.